Nieuwe functies maken EcoPlanner nóg effectiever voor groen- en klimaatbeleid
Na jaren van ontwikkeling en voorbereiding introduceerde Analyze de EcoPlanner begin 2024. Het is een praktisch beleidsinstrument voor gemeentes en provincies om hun groen- en klimaatbeleid doelgericht en effectief uit te voeren. Dat blijkt in de praktijk goed te werken, vertelt Luc van Loo, GEO-specialist bij Analyze. “De EcoPlanner maakt het voor overheden inzichtelijk wat er speelt op het gebied van vergroening, vegetatie, biodiversiteit enzovoorts en helpt bij het maken van keuzes.”
Het gaat verder dan alleen monitoring”, legt hij uit. “De EcoPlanner biedt inzicht en laat bijvoorbeeld zien waar en hoe je het beste actie kunt ondernemen. Rekening houdend met alle relevante componenten weet je dan dat als je híer gaat vergroenen, dan bereik je de meeste impact.”
De EcoPlanner maakt gebruik van het ArcGIS-systeem van Esri. In de tool combineert Analyze verschillende datasets op het gebied van onder meer klimaat(adaptatie), groenvoorziening, biodiversiteit en ondergrond (boomwortels, riolen, leidingen en meer). Luc vertelt dat ze openbare bronnen als basis gebruiken, om voor elke gemeente inzichten te creëren.
30-30-300 richtlijn
Gemeenten die de EcoPlanner inmiddels gebruiken, zetten hem allemaal in voor de ‘3-30-300-richtlijn’. Die, veel gehanteerde, richtlijn is een werkbaar instrument om wijken en steden leefbaarder te maken door meer groen te realiseren. De ‘3’ staat voor het aantal bomen dat inwoners vanuit hun huis minimaal zouden moeten kunnen zien. Binnen een buurt moet 30 procent bedekt zijn door boomkronen en de afstand naar het dichtstbijzijnde park(je) zou maximaal 300 meter mogen zijn.
“De richtlijn is wetenschappelijk vastgesteld en wordt nu ook door het Rijk een beetje opgedragen aan gemeenten”, weet Luc. “Dan is de vraag gerechtvaardigd: waar voldoen we nog niet aan de criteria en met welke maatregelen kunnen we de impact het grootst laten zijn door op die 3-30-300-regel te sturen.”
In zo’n geval is de Bomenprikker een goed hulpmiddel. Die zit standaard in de EcoPlanner. “Voor als je wilt weten waar ruimte is voor nieuwe bomen. Stel dat je als opgave hebt vóór 2030 in totaal 10.000 bomen te plaatsen, dan laat de Bomenprikker zien waar die kunnen komen.”
Actiekaart
Maar Analyze gaat verder, vertelt Luc. “We voegen bijvoorbeeld ook de component biodiversiteit toe; dat zit dan in de verbondenheid van het groen. Zo kun je van alle verschillende diersoorten zien hoe die zich door de gemeente bewegen. En dus ook waar eventueel barrières zijn.”
Die combinatie is verwerkt in de Actiekaart, die onderdeel is van de EcoPlanner. In combinatie met de 3-30-300-regel kunnen beleidsmakers heel eenvoudig en gericht monitoren en sturen, ondertussen rekening houdend met vegetatieklassen en groenpercentages.
“Je kunt op hoog niveau kijken, voor het ecologisch beleid van de hele gemeente. Maar je kunt ook heel specifiek kijken naar één wijk of straat: wat is daar nodig om het groen snel en doeltreffend te verbeteren.”
Inspelen op wensen van gemeenten
“Er komen ook steeds nieuwe toepassingen bij”, zegt Luc. “Er zijn de laatste tijd weer extra gemeentes aangesloten en die hebben vaak eigen wensen. De EcoPlanner is niet in beton gegoten… Het is een flexibel product, met ruimte voor nieuwe functionaliteiten, zodat we kunnen inspelen op de wensen van nieuwe gebruikers.”
Luc geeft als voorbeeld de gemeente Arnhem. “Daar zijn we nu met een sprint bezig, een traject dat doorgaans vier weken duurt, om de ringslang en wezel als nieuwe diersoorten toe te voegen aan de tool voor ecologische verbindingszones. Daar doen we dan aanvullend onderzoek voor. Niet alleen in Arnhem zelf, maar ook in de wetenschappelijke literatuur over de diersoorten: wat is er bekend over habitatregio’s, de verbondenheid tussen die regio’s en de afstand die ertussen mag zitten. Die informatie verwerken we in het onderliggende algoritme.”
Hij vervolgt: “Voor Den Helder gaan we zorgen dat de verbondenheid van het groen door de jaren heen – van 2016 tot nu – inzichtelijk wordt voor alle vegetatieklassen en diersoorten. Dan kun je de ontwikkeling zien en dus ook wat de effecten van maatregelen waren. Bijvoorbeeld de aanleg van ecopassages, nieuwe groenstroken of het planten bomenrijen. Wat heeft dat opgeleverd? Daar kun je dan als gemeente je toekomstig beleid effectiever mee maken.”